Belgian Dyke Blast 2006.


Op zondag 18 juni was het weer zover, de jaarlijkse Dyke Blast van de beneluxheads. Dit jaar was het de eerste maal dat deze klassiekerrit doorgang vondt in België en wel bepaald te Wintam, een klein dorpje gelegen tussen Temse en Breendonk. 's Ochtends even getwijfeld of ik zwaarder geweld zou nemen om de rondrit mee te rijden, maar de keus viel op mijn 125 Sport die, omdat de start van de rit slechts een 70-tal kilometers van mijn woning gelegen was, perfect in staat was op niet te lange termijn, binnen de twee uur dus, in Wintam te komen. Na me in volledig motorpak gehesen te hebben duwde ik de 125 buiten en gaf, na het contact te hebben opgezet, een deftige lel op de kickstarter waarna er niets gebeurde. Verscheidene lellen later begon ik het al serieus warm te krijgen in mijn motorkledij, het beloofde namelijk een schitterende dag te worden (30°C). Even de bougie eruit gevezen en het bleek dat er vonken genoeg aanwezig waren, dus daar zat het probleem niet. Dan maar even de benzinedarm van de carburator afgetrokken en hier kwam geen druppel (núl druppels dus) te voorschijn. Na 3 nanoseconde viel mijn Eurocent dat ik de benzinekranen niet had opengezet, op moderne motoren moet je dat niet meer dus verlies je de gewoonte, met alle gevolgen vandien als je op een iets ouder vehikel stapt. Na de kraantjes vol te hebben opengedraaid startte hij vanzelf na lichtjes op de kick te hebben geblazen. Vrolijk snorrend reden we via de Waaslandtunnel richting Temse om daar de machtige Schelde over te steken en zonder verdere problemen Wintam te bereiken. Onder de kerktoren stonden er al een 25-tal oudere Ducjes geparkeerd en iets verder zaten/stonden hun eigenaars op het terras van een plaatselijke drankgelegenheid. Even voor ik de parking kwam opgedraaid waren er nog twee smalcarter ééncilinders gearriveerd, een 175S en een 125 Sport, dus was ik gelukkig niet de enige met een lichtgewicht tussen al dat V-twin geweld. Buiten de drie smalcarters waren er ook drie Condors (een vlucht Condors als het ware), dit zijn ééncilinder 350cc motoren die met Ducati motorblokken in Zwitserland zijn gebouwd voor gebruik door het Zwitsers leger en die in rijvaardige staat een 185 kg wegen, iets wat de prestaties enigszins nadelig beînvloed. Een Silver Desmo van begin de zeventiger jaren en een 250 Mark III van Ron Verwey vervolledigden het ééncilinder plaatje. De overige motoren waren allemaal V-twins, je vraagt je af waar al de parallel-twins gebleven zijn, met als oudste een 750GT en als jongste een 650 Pantah. Na een korte briefing door Ron en Luc (Meersman), werden de motoren op een rijtje gezet voor een fotosessie, waarna er onder luid gebrul (door zowel de motoren als de rijders) vertrokken werd onder de stilaan vrolijk bakkende zon. Het eerste gedeelte van de rondrit ging over bij wijlen zéér kleine baantjes, gelegen onder de dijken van Klein-Brabant, een prachtige streek. Deze soort wegeltjes waren uitermate geschikt voor een lichte handelbare ééncilinder zoals de mijne, dus was ik best in mijn nopjes, maar na ettelijke tientallen kilometers veranderde het karakter van de wegen naar betonbanen en waren de zwaardere motoren weer in het voordeel wat betekende dat ik soms zo hard aan het gas moest draaien dat de kabel bijna uitrekte. Door praktisch constant op topvermogen te hebben gereden begon er in het vooronder van mijn motortje iets een verdacht geluid te maken en was ik best blij dat er een stop werd ingelast bij een aan de Palm-brouwerij gelegen café waar iemand een treinwagon verkeerd had geparkeerd die praktisch de volledige parking bezette. Na een welkome verfrissing en een gezellige babbel, ondertussen was Luc terug bij de groep nadat zijn prachtig gerestaureerde 750S het had laten afweten, werd er verder gereden en kon ik vrolijk verder mijn gashandel zitten mishandelen. Op een recht stuk haalde mijn 125 een 140 km/u op de teller, nu is het algemeen geweten dat de toenmalige kilometertellers serieuze leugenaars zijn maar zelfs al tel je er 25 km/u af haal je nog 115 km/u en dat is astronomisch snel voor zo'n oudbakken overmaatse brommer. Het verdachte geluid had ik geleerd te negeren en tijdens dit gedeelte van de rit kwam ik er via een bescheiden onderzoek achter dat dit voortkwam door een losgekomen stuurdemper, wat 2 seconden duurde om te verhelpen. In de late namiddag kwamen we terug in Wintam waar er afscheid werd genomen van onze vele Nederlandse vrienden waarvan sommigen nog een lange rit voor de boeg hadden. Via de brug in Temse en de Waaslandtunnel bereikte ik ook mijn thuishaven waar de 125 Sport terug een paar weken verdiende rust kon nemen. Luc nogmaals bedankt voor de mooie rit en sabine Appelmans voor het té mooie weer.


Patrick Fret.

Zie ook Fotopagina DykeBlast 2006